Hoelang moet je jouw hypotheekrente vastzetten?

Deze vraag speelt bij veel huizenkopers. En terecht. Het is een van de belangrijkste keuzes bij het afsluiten van je hypotheek. We leggen je graag uit waar je op moet letten. Na het lezen van deze uitleg weet je precies hoe rentevaste periodes werken, wat de voor- en nadelen zijn van kort of lang vastzetten, hoeveel 1% rente scheelt in je portemonnee, en wat de verwachtingen zijn voor de hypotheekrente in 2026 en de komende jaren. Ook bekijken we de actuele rentestanden bij grote geldverstrekkers.

Laten we beginnen! 😃

Hoe werkt hypotheekrente en het vastzetten ervan?

Hypotheekrente is simpel gezegd de prijs die je betaalt om geld te lenen voor je huis. Deze rente kun je vastzetten voor een bepaalde periode, of variabel houden. Wat houdt dat precies in?

  • Vaste hypotheekrente: Je spreekt met de bank een periode af (bijvoorbeeld 10 of 20 jaar) waarin het rentepercentage gelijk blijft. Deze periode noemen we de rentevaste periode. Gedurende deze tijd betaal je elke maand hetzelfde rentepercentage over je lening (afgezien van eventuele wijzigingen in je renteopslag of kortingen). Daarmee heb je zekerheid: je maandlasten door rente blijven gelijk tijdens die vaste periode.
  • Variabele hypotheekrente: Hierbij kan het rentepercentage maandelijks veranderen. Het kan dus stijgen of dalen met de marktrente. Het voordeel is dat je direct profiteert als de rente daalt, en variabel is momenteel vaak iets voordeliger dan vast. Het nadeel is echter dat je geen zekerheid hebt; je maandlasten kunnen in de toekomst hoger uitvallen. Bij veel variabele renteproducten kun je overigens op elk moment overstappen naar een vaste rente of boetevrij aflossen, mocht je geen risico meer willen lopen.

→ Dus: Het vastzetten van je hypotheekrente betekent dat je kiest voor stabiliteit (geen verrassingen in je rentepercentage) gedurende een bepaalde periode. Variabel betekent dat je rente meebeweegt met de markt; dat is mogelijk voordeliger, maar risicovoller voor je maandlasten.

In Nederland kiezen de meeste mensen voor een vaste renteperiode bij het afsluiten van hun hypotheek. Maar hoelang zet je die rente dan vast? Je kunt doorgaans kiezen uit bijvoorbeeld 1 jaar, 5 jaar, 10 jaar, 20 jaar of zelfs 30 jaar vast. Daar gaan we nu dieper op in.

Hoelang moet ik mijn hypotheekrente vastzetten?

Hier bestaat geen universeel antwoord op, hoe graag we dat ook zouden willen. Zoals Rabobank het zelf zegt:

“Dat hangt af van hoelang je dezelfde maandlasten wilt houden. Je kunt je rente kort of lang vastzetten. Beide opties hebben voor- en nadelen.”.

Belangrijk om te beseffen: niemand heeft een glazen bol. We weten niet precies wat de rente over 5, 10 of 20 jaar zal zijn. (Was dat maar zo, dan zouden wij hypotheekadviseurs waarschijnlijk de beste beleggers ter wereld zijn! 😉) Omdat de toekomst onzeker is, moet je jouw keuze baseren op je eigen risicobereidheid en plannen voor de toekomst.

Enkele vragen die je jezelf kunt stellen:

“Hoeveel zekerheid wil ik hebben?” 

Vind je het een prettig idee om lange tijd dezelfde maandlast te hebben, zonder zorgen over rentestijgingen? Dan neig je naar een langere rentevaste periode (bijvoorbeeld 20 of 30 jaar vast). Hecht je minder aan zekerheid en durf je een gokje te wagen op mogelijke rentedalingen? Dan is korter (bijvoorbeeld 5 of 10 jaar) wellicht iets voor jou.

“Hoeveel risico kan ik dragen?” 

Stel dat je nu voor kort vast kiest en de rente zou over enkele jaren hoger uitkomen. Kun je die hogere maandlast dan betalen zonder in de problemen te komen? De Autoriteit Financiële Markten (AFM) laat geldverstrekkers hier streng op toetsen: kies je voor minder dan 10 jaar vast, dan rekenen ze met een fictieve toetsrente van 5% om te controleren of je dat aankunt. Dit voorkomt dat mensen in de problemen komen als de rente stijgt. Als jij een situatie hebt waarbij zelfs een rente van bijvoorbeeld 6% of 7% in de toekomst nog betaalbaar is, kun je makkelijker een korte periode overwegen. Is je budget nu al krap, dan is zekerheid belangrijker.

“Hoelang blijf ik in deze woning/hypotheek?” 

Als je verwacht binnen ongeveer 5-10 jaar te verhuizen of flink te verbouwen, is het minder zinvol om 20 jaar rentevast te nemen (je benut die lange rentevaste periode dan niet volledig). Bij verhuizing kun je soms je bestaande rentecontract meenemen naar je nieuwe huis, maar dat lukt niet altijd of past niet altijd bij je nieuwe lening. Starters kopen bijvoorbeeld vaak een woning om na 7-10 jaar door te stromen. In zo’n geval is 10 jaar vast vaak voldoende; tegen de tijd dat de rente moet worden herzien, heb je wellicht toch een nieuw huis of een nieuwe hypotheek. Denk je echter dat je de komende 20+ jaar in dit huis blijft wonen, dan is een lange rentevaste periode aantrekkelijker.

Lees ook: Studieschuld verzwijgen of eerlijk opgeven? 

“Verwacht ik inkomensstijgingen?”

Sta je aan het begin van je carrière en zullen je inkomsten de komende jaren waarschijnlijk groeien? Dan kun je een eventuele rentestijging later makkelijker opvangen. Een voorbeeld: nu ben je starter met een modaal salaris, maar over 10 jaar verdien je hopelijk een stuk meer. Dan worden je lasten relatief lichter. Dit kan pleiten voor een kortere rentevaste periode (je pakt nu de lagere rente, en later kun je hogere lasten beter dragen als dat nodig is).

“Hoe kijk ik aan tegen rentestanden en marktontwikkelingen?”

Heb je het idee (bijvoorbeeld op basis van nieuws en prognoses) dat de rente de komende jaren eerder zal dalen of juist stijgen? Dit is speculeren, maar je mag het meewegen. Weet wel: zelfs experts kunnen er naast zitten. Rentevoorspellingen komen niet altijd uit. In 2021 bijvoorbeeld dachten velen dat de rente nog lang laag zou blijven. En kijk wat er in 2022-2023 gebeurde: deze steeg flink! Vertrouw dus niet blind op voorspellingen, maar gebruik ze om verschillende scenario’s te overwegen.

Lees ook: De hypotheekrente zou toch dalen in 2025? 

Korte of lange rentevaste periode vastzetten: de voor- en nadelen

Laten we concreet de voor- en nadelen op een rij zetten van een korte rentevaste periode (bijvoorbeeld 5 of 10 jaar) versus een lange rentevaste periode (20 of 30 jaar):

Kortere rentevaste periode (1, 5 of 10 jaar):

Voordelen:

  • Lagere rentepercentage nu: Geldverstrekkers belonen je met een lagere startrente als je kort vastzet. Op dit moment (2025) is 10 jaar vast bijvoorbeeld rond 0,5% goedkoper dan 20 jaar vast. Bij 5 jaar vast is het verschil nog groter. Je maandlasten zijn dus nu lager.
  • Meer leencapaciteit: Door die lagere rente kun je vaak iets meer lenen. Vooral voor starters kan dit nét het verschil maken om dat droomhuis te kunnen financieren. Dit komt doordat banken bij de leenberekening naar je lasten kijken; lagere rente betekent lagere lasten, dus mag je een hoger bedrag lenen. Let op: dit moet geen hoofdreden zijn om kort vast te kiezen, maar het speelt soms wel mee.
  • Flexibiliteit op middellange termijn: Na relatief korte tijd (bijvoorbeeld 10 jaar) kun je opnieuw beslissen wat je doet. Als de rente tegen die tijd gedaald is, kun je dan profiteren van een lagere nieuwe rente. Ook kun je op dat herzieningsmoment boetevrij overstappen naar een andere bank als die betere tarieven biedt. Je zit dus minder lang “vast” aan één tarief en voorwaarden.

Nadelen:

  • Risico op hogere rente later: Dit is de keerzijde. Je neemt een gok op de toekomstige rente. Als de rente over 5 of 10 jaar gestegen is, heb je pech: je nieuwe rente wordt dan hoger, en je maandlasten kunnen fors stijgen. In het ergste geval kan dit honderden euro’s extra per maand betekenen. We hebben het in het verleden gezien: mensen die rond 2001 tegen ongeveer 5% hadden afgesloten en in 2006 met ongeveer 6% moesten verlengen, of recenter van 1,5% naar 4,5%. Je moet dat financieel en mentaal aankunnen.
  • Geen langetermijnzekerheid: Sommige mensen slapen onrustig bij het idee dat hun belangrijkste maandlast (hun hypotheek dus!) over een paar jaar flink omhoog zou kunnen gaan. Die onzekerheid moet je wel kunnen verdragen. Als je daar stress van krijgt, is kort vast niet ideaal voor jou.

Langere rentevaste periode (20 of 30 jaar):

Voordelen:

  • Zekerheid en gemoedsrust: Je maandlast door rente blijft 20 of 30 jaar gelijk. Je hoeft je geen zorgen te maken over rentestijgingen gedurende vrijwel de hele looptijd van je hypotheek. Dit geeft veel mensen rust. Jonge gezinnen met een krap budget kiezen hier bijvoorbeeld vaak voor, zodat ze niet na 10 jaar worden geconfronteerd met hogere lasten terwijl de kinderen misschien gaan studeren.
  • Bescherming tegen extreme scenario’s: Als de hypotheekrente over pakweg 10-15 jaar onverwacht heel hoog zou staan (stel meer dan 6%, of nog extremer zoals in de jaren ’80 meer dan 10%), dan heb jij een verzekering tegen die hoge rente. Jouw tarief ligt vast en is waarschijnlijk flink lager. Je zou dan relatief goedkoop uit zijn vergeleken met mensen die kort hadden vastgezet en nu moeten verlengen tegen hoge rentes.

Nadelen:

  • Iets hogere rente nu: Het nadeel is dat je een premie betaalt voor die lange zekerheid. Een 20 of 30 jaar vaste rente ligt nu enkele tienden procentpunt hoger dan kortere periodes. Bijvoorbeeld: bij een grote bank is 20 jaar vast ongeveer 0,4 à 0,6% duurder dan 10 jaar vast. 30 jaar vast is nog iets duurder (vaak 0,2-0,3% bovenop de 20 jaar rente). Het gevolg: je maandlasten zijn nu hoger dan strikt noodzakelijk. Je “koopt” als het ware zekerheid.
  • Mogelijk spijt bij dalende rente: Als de marktrente daalt in de toekomst, zit jij vast aan je hogere rente. Je kunt dan alleen profiteren van de daling door over te sluiten of te middelen, maar dat kost boeterente of extra handelingen. Sommige mensen die in 2013 voor 30 jaar 5% vast hadden gezet, baalden flink toen in 2020 de rente rond 1,5% was – tenzij ze tegen betaling hebben overgesloten. Je legt je dus vast; dat is de afweging die je maakt voor zekerheid.
  • Iets lagere maximale lening: Door de hogere rente kun je iets minder lenen volgens de leennormen (je maandlast is hoger, dus het maximale bedrag lager). Maar dit verschil is vaak beperkt. Zeker nu het verschil tussen 10 en 20 jaar niet enorm groot is, zal het je leencapaciteit slechts beperkt verlagen. Een adviseur van Finauta laat dit graag aan je zien. Neem gerust contact met ons op. 

→ Tip: Je hoeft niet altijd te kiezen voor één enkele periode voor de hele hypotheek. Je kunt je lening opsplitsen in meerdere delen met verschillende rentevaste periodes. Dit heet een rentemix. Bijvoorbeeld: de helft van je hypotheek 10 jaar vast en de andere helft 20 jaar vast. Zo heb je deels de zekerheid van een lange rente, maar profiteer je ook deels van de lagere 10-jaars rente. Bovendien spreid je de momenten waarop je rente moet worden herzien – niet alles komt in één jaar vrij. Dit kan het risico spreiden. Denk wel goed na over de verdeling (bijvoorbeeld 50/50, of 70/30, afhankelijk van je situatie).

Hoeveel scheelt 1% hypotheekrente in de maandlast?

Dit is een hele goede vraag die je zeker moet begrijpen als je voor deze keuze staat. Kleine renteverschillen lijken misschien niet veel, maar op een grote lening en lange periode maken ze een enorm verschil in je totale kosten.

Vuistregel: 1 procentpunt renteverschil betekent ongeveer €20 tot €25 verschil per maand per €50.000 lening. Anders gezegd: bij een hypotheek van €250.000 scheelt 1% rente grofweg €200 à €250 per maand in bruto lasten.

Laten we het concreet maken met een voorbeeld:

Voorbeeld: Stel je leent €300.000. Bij 4% rente is je bruto rente per jaar €12.000 (4% van 300k). Bij 3% rente is dat €9.000. Dat scheelt €3.000 per jaar, oftewel €250 per maand verschil in rentekosten.

Nu is dit een vereenvoudiging (we gaan hier even uit van een aflossingsvrije situatie voor het rekengemak). Bij een annuïteitenhypotheek – de meest voorkomende vorm – los je elke maand ook een beetje af, dus wordt je rentebedrag elke maand iets lager. Daardoor is het verschil in maandlasten door 1% rente na verloop van tijd iets kleiner. Maar aan het begin ligt het dicht bij deze vuistregel.

Een ander voorbeeld: Iemand twijfelt tussen 10 jaar vast tegen 3,5% of 20 jaar vast tegen 4,1%. Het verschil is ongeveer 0,6 procentpunt. Stel de lening is €290.000 (starter met NHG). Bij 3,5% rente is de bruto annuïteit circa €1.310 per maand. Bij 4,1% rente ongeveer €1.404 per maand. Dat is ongeveer €94 per maand extra door die 0,6% hogere rente. Per jaar ongeveer €1.128. Over 10 jaar betaal je bruto circa €11.000 meer rente. Netto (na hypotheekrenteaftrek) is het wat minder, maar nog steeds duizenden euro’s.

Kortom, een half of heel procentje meer of minder rente maakt een groot verschil. Laat je niet misleiden door “ach, 0,5% is weinig”. Want op lange termijn tikt dat flink aan. Bedenk dit ook als je kiest voor meer zekerheid: wat kost die zekerheid je aan extra rente en is dat het je waard? Voor de een is het antwoord volmondig “ja, graag die zekerheid”, voor de ander “nee, ik neem liever de besparing nu”.

Ter illustratie: in de eerste 10 jaar van je hypotheek betaal je bij annuïteiten relatief veel rente en weinig aflossing. Dus juist in die beginfase doet een hogere rente het meeste pijn in je portemonnee. Later, als je al veel hebt afgelost, weegt het minder zwaar.

→ Historisch perspectief: Vind je 4% rente nu “hoog”? Bedenk dat we van 2015-2021 een uitzonderlijk lage rente hadden (1-2%). Maar historisch gezien is zelfs 4-5% nog steeds laag. Dertig jaar geleden was meer dan 10% rente heel normaal! Eind jaren ’90 betaalden mensen 6-8%. Zelfs in 2008 was 5% of meer gangbaar. Pas na 2014 doken we onder de 3%. Het afgelopen decennium waren de rentes abnormaal laag; dat was een uitzonderlijke situatie. Een rente van ongeveer 4% is in het licht van de afgelopen 30 jaar best redelijk. Veel adviseurs zeggen: “Alles onder 5% is historisch gezien een mooie rente.” Dat neemt natuurlijk niet weg dat jouw budget bepaalt of het voor jou haalbaar is. Maar het kan helpen om het in perspectief te plaatsen.

Actuele hypotheekrentes bij verschillende geldverstrekkers (2025)

Wat is de stand van de hypotheekrente nu? Even een momentopname (peildatum september 2025) van een paar grote geldverstrekkers in Nederland, voor NHG-hypotheken (dat zijn vaak de laagste tariefklassen):

  • Rabobank: ca. 3,4% voor 10 jaar vast, 4,1% voor 20 jaar vast. (30 jaar rond 4,3%.)
  • ING: ca. 3,5% voor 10 jaar, 4,0% voor 20 jaar.
  • ABN AMRO: ca. 3,5% (Budget Hypotheek) voor 10 jaar, 4,0%–4,1% voor 20 jaar
  • SNS Bank: ca. 3,4% voor 10 jaar, ~4,0% voor 20 jaar (vergelijkbaar met bovenstaande).

Zoals je ziet liggen de tarieven van de grote banken dicht bij elkaar. Rond de 3,4–3,6% voor 10 jaar en 3,9–4,1% voor 20 jaar, als je in de beste risicoklasse zit (NHG of lage loan-to-value). Zonder NHG of bij een hoger geleend percentage van de woningwaarde betaal je enkele tienden meer.

Lees ook: Actuele hypotheekrenteverwachting 2025

Nederlandse banken en hypotheekrente vastzetten bepalen.

→ Laagste rentes: Naast de grootbanken zijn er verzekeraars en regiobanken die hypotheken aanbieden. De allerlaagste 10-jaars rente ligt nu zelfs rond 2,8% – bijvoorbeeld voor groene hypotheken (Centraal Beheer heeft bijvoorbeeld een speciaal tarief van ongeveer 2,8% met NHG voor zeer energiezuinige woningen). Voor 20 jaar vast vind je de laagste tarieven rond 3,2–3,3%, vaak weer met duurzaamheidskorting. Deze lage tarieven gaan gepaard met voorwaarden: je woning moet een bepaald energielabel hebben, of het zijn acties van kleinere partijen. Het kan interessant zijn, maar laat je daarover goed informeren. Over het algemeen geldt: 3%–4% is de bandbreedte waar anno 2025 de meeste hypotheken in vallen.

Lees ook: Klimaatlabel voor huizen: wat is het en wat betekent het voor jou? 

Nog een belangrijk punt: Nationale Hypotheek Garantie (NHG) levert ongeveer 0,3 à 0,5 procentpunt rentevoordeel op ten opzichte van dezelfde hypotheek zonder NHG. In het overzicht hierboven gingen we uit van NHG. Heb je geen NHG (bijvoorbeeld omdat je een duur bestaand huis koopt boven de NHG-grens), dan liggen de rentes iets hoger; gemiddeld ergens rond 4,0% voor 10 jaar en 4,4% voor 20 jaar op dit moment. NHG is dus mooi meegenomen voor het rentevoordeel (naast de garantie zelf).

Wat verwachten we van de hypotheekrente in 2026 en de komende 5 jaar?

Een veelgestelde vraag is: “Gaan de hypotheekrentes de komende jaren dalen of stijgen? Wat kunnen we verwachten in 2026, 2027 en verder?” Logisch dat je vooruit wilt kijken, zeker als je nu een keuze maakt voor een rentevaste periode van 10 of 20 jaar.

Eerst: hypotheekrente voorspellen voor 2026 en daarna blijft lastig

Allereerst moeten we benadrukken wat we eerder ook al noemden: niemand kan de rente met zekerheid voorspellen. Zelfs professionele economen zitten er regelmatig naast. Er kunnen altijd onverwachte ontwikkelingen zijn – denk aan oorlog, pandemie, plotselinge inflatie, ingrepen van centrale banken – die de rente omhoog of omlaag doen schieten. Een jaar geleden dacht men bijvoorbeeld dat de rust terugkeerde, en toen zagen we in het voorjaar toch weer onrust op financiële markten die de rente deed oplopen. Oftewel: neem alle voorspellingen met een korrel zout en zie het als indicatie, niet als garantie.

Huidige trend en economische factoren

In 2023 en de eerste helft van 2024 steeg de hypotheekrente flink. Sinds eind 2024 en in 2025 is de rente gestabiliseerd, met zelfs lichte dalingen voor kortere rentevaste periodes. Dit was het gevolg van hoge inflatie en renteverhogingen door centrale banken (zoals de ECB). Inmiddels is de inflatie wat afgekoeld en zijn de renteverhogingen gepauzeerd of verzacht. Dit zorgt voor meer rust op de rentemarkt.

Voor de korte termijn (2025/2026) zijn veel economen voorzichtig positief: men verwacht geen grote stijgingen meer en mogelijk zelfs lichte dalingen. De kapitaalmarktrente (vooral de 10-jaars staatsrente, die vaak richtinggevend is voor hypotheekrentes) beweegt nu rond de 3–3,5% en zal waarschijnlijk stabiel blijven of iets dalen als de inflatie verder afneemt.

Verwachtingen grote banken

Economen van grote banken voorzien lichte dalingen.

  • ABN AMRO verwachtte begin 2025 een 10-jaars NHG rente rond de 3%, maar door marktontwikkelingen lijkt 3,3% – 3,7% realistischer voor 2025.
  • Rabobank voorziet een bandbreedte van 3,0%–3,5%.
  • SNS en ING komen tot vergelijkbare prognoses, waarbij ING klanten met risicotolerantie zelfs aanraadt om eventueel kortere periodes te overwegen, om zo te kunnen profiteren van eventuele rentedalingen.

Voor 2026 doen maar weinig partijen harde uitspraken. De algemene verwachting is dat – als er geen nieuwe crises zijn – de rente verder kan stabiliseren of licht dalen naar een nieuw evenwicht. Een 10-jaars rente van rond de 3% is mogelijk, maar zeker is dat allerminst. Geopolitieke spanningen of hoge overheidsuitgaven kunnen de rente ook weer opdrijven.

Op dit moment (najaar 2025) zien we dat de hypotheekrentes al weken rustig bewegen binnen een kleine bandbreedte. Het ergste schokeffect van 2022 lijkt voorbij. Er is echter geen garantie dat het nu lineair omlaag gaat. Het kan best een paar jaar horizontaal blijven schommelen rond de 3-4%. Banken houden zelf ook rekening met verschillende scenario’s, vandaar dat hun prognoses bandbreedtes geven in plaats van een exact getal.

Wat betekent dit voor jouw keuze?

Waarom is deze renteverwachting belangrijk voor de vraag hoelang je moet vastzetten? Als jij verwacht dat de rente binnen een paar jaar flink gaat dalen, kan een kortere rentevaste periode aantrekkelijk zijn. Zo kun je straks herfinancieren tegen een lager tarief. Denk je bijvoorbeeld dat de 10-jaarsrente in 2026 richting 2,5% gaat, dan wil je nu waarschijnlijk niet voor 20 jaar vastzetten op 4%.

→ Andersom: als je bang bent dat de rente juist gaat stijgen – bijvoorbeeld naar 6% over vijf jaar – dan kan het verstandig zijn om nu voor een langere periode vast te zetten en daarmee zekerheid te kopen.

De meeste experts verwachten geen grote uitschieters de komende jaren. De consensus is een lichte daling of stabilisatie, bijvoorbeeld van het huidige niveau van 3,5-4% naar misschien 3% in de komende jaren. Maar dat is geen zekerheid, slechts een inschatting.

Let op: zelfs als de rente daalt, wil je niet eindeloos wachten om te profiteren. 

Een lagere rente zorgt er vaak voor dat huizenprijzen weer sneller stijgen, omdat kopers meer kunnen lenen. Dat zagen we tussen 2015 en 2021: de rente daalde, maar huizenprijzen stegen juist hard. Dus als je nu een huis kunt kopen en het financieel rond krijgt, is uitstellen vanwege een mogelijk lagere rente meestal niet verstandig. Het voordeel van een iets lagere rente weegt vaak niet op tegen het risico van stijgende huizenprijzen. Gelukkig stijgen de prijzen nu minder hard, maar het principe blijft overeind.

Hoelang moet ik mijn hypotheekrente vastzetten in 2025/2026?

Uiteindelijk is het een persoonlijke afweging. Er is geen one-size-fits-all antwoord.

  • Wil je maximale zekerheid en vind je het niet erg iets meer te betalen? Kies dan voor een langere rentevaste periode (20 of 30 jaar). Je koopt als het ware gemoedsrust. Je bent beschermd tegen eventuele stijgingen en weet precies waar je aan toe bent voor de lange termijn. Dit is vooral geschikt als je van plan bent lang in het huis te wonen en/of weinig financiële speelruimte hebt voor eventueel hogere lasten later.
  • Wil je zo min mogelijk rente betalen en durf je het risico aan? Dan neig je naar kortere periodes (5 of 10 jaar). Je maandlasten zijn nu lager en je kunt over een aantal jaar opnieuw kiezen. Deze route past bij mensen die verwachten binnen 10 jaar toch te verhuizen of voldoende inkomensgroei/buffer hebben om een rentestijging op te vangen.
  • Twijfel je erg of zit je er precies tussenin? Dan is advies van een ervaren hypotheekadviseur verstandig. Let wel: niemand – zelfs een hypotheekadviseur niet – kan met zekerheid voorspellen wat de rente doet. Wat wij wél kunnen: samen met jou je situatie doorlopen en inzicht geven in de gevolgen van elke keuze, zodat jij een weloverwogen beslissing neemt.

Finauta denkt graag met je mee. Neem gerust contact met ons op voor persoonlijk advies, we helpen je graag verder! 👍

Vragen
of hulp nodig?

Heb je vragen over jouw financiële situatie? Wil je graag een vrijblijvend gesprek? Vul dan het contactformulier in. Wij nemen zo snel mogelijk contact met je op!

Meer nieuws